dinsdag 23 januari 2007

Bronvermelding

Bronnen:

Boek:
Het nieuwe bouwen in Rotterdam 1920 – 1960
Museum Boijmans van Beuningen
Delft University Press

http://odin.let.rug.nl
http://www.wonen.rotterdam.nl/

Bronvermelding

Bronnen:

Boek:
Het nieuwe bouwen in Rotterdam 1920 – 1960
Museum Boijmans van Beuningen
Delft University Press

http://odin.let.rug.nl
www.wonen.rotterdam.nl

De Fabriek

De Fabriek

In 1916 begonnen Kees van der Leeuw en Michiel Brinkman met de eerste dingen van het begin van het maken van de fabriek. Kees van der Leeuw had een terrein gevonden en Michiel Brinkman zette de eerste schetsen op papier.
Pas in 1925 is het terrein bouwklaar en wordt de eerste paal in de grond geslagen. Geheel onverwacht overlijdt Michiel Brinkman in datzelfde jaar. Leen van der Vlugt neemt het over.
Het gehele complex bestaat uit het eigenlijke fabrieksgebouw, een kantoorgebouw, een magazijn, expeditie-, en opslagruimtes aan de Delfshavense Schie, een ketelhuis en werkplaatsen.
Kees van der Leeuw vond dat er evenveel geld besteedt moest worden aan de meest goede arbeidsomstandigheden van het personeel als aan het gebouw zelf.
Zo werd er een kantine gebouwd, er kwamen planten in de productieruimten, een sportcomplex met een tennisbaan en een voetbalveld. Er kwamen toiletten, kleedkamers (gescheiden voor mannen en vrouwen). Het gebouw staat bekend om de grote glazen gevels. Deze gevels werden van glas gemaakt zodat het personeel veel licht kreeg en van het uitzicht kon genieten. Een leuk detail is misschien dat het vrouwelijk personeel een jaar voor de verhuizing werden gewogen en een jaar na de verhuizing is gewogen en het bleek dat de vrouwen een aantal kilo’s waren aangekomen. Dit was het bewijs dat het personeel met plezier in de fabriek werkten. Door dat het personeel met veel plezier werkten werd de productie ook hoger en zo ontstond voor Kees van der Leeuw een win-win situatie.

Architect Brinkman

Architect Brinkman



In 1910 nam Kees van der Leeuw een architect in de arm, genaamd Michiel Brinkman.
Michiel Brinkman (1873 – 1925) heeft maar kort een eigen architectenbureau gehad. Hij heeft verschillende gebouwen op zijn naam staan oa het Justus van Effenblok in Spangen, Stoommeelfabriek De Maas, en het Elevatorhuis.
Brinkman studeerde aan de Rotterdam Academie van Beeldende Kunsten en Toegepaste Wetenschappen.

Michiel Brinkman werd bekend omdat hij gebouwen een mengsel van kunst en techniek liet uitstralen. Hij werkte veel met nieuwe materialen zoals gewapend beton, glas, staal en de paddestoelenkolom-constructie.

Het Van Nellegebouw kenmerkt zich door door een horizontale schijnbare oneindigheid en maatloosheid, die gecontroleerd wordt door de verticale accenten. Verder zijn alle verkeerselementen van trappenhuizen tot traversers voor personeel en goederen tot de beeldbepalende eenheid gemaakt.

In 1910 startte hij zijn eigen architectenbureau aan het Haringvliet. Hij behoorde, zoals de meeste architecten bij de Vereniging Voor Bouwkunst en Vriendschap.

Brinkman was de oprichter van De Rotterdamsche Kring. Dit was een groep van zakenlieden en kunstenaars die bijeen kwamen. Daarnaast was hij ook lid van een theosofische beweging en daar leerde hij Kees van der Leeuw kennen.
In 1920 behoorde hij tot de eerste leden van de architectenvereniging Opbouw.

In 1925 overleed hij plotseling. Zijn 22 jarige zoon heeft zijn bureau overgenomen, in samenwerking met Leen van der Vlugt, die eigenlijk de meeste ontwerpen maakte.

De Van Nellefabriek

De Van Nellefabriek

Van Nelle

Johannes Van Nelle (1756 – 1811) begon in 1782 een winkeltje met tabak, koffie- en theeartikelen. Zijn winkel was aan de Leuvehaven in Rotterdam.
Toen hij in 1811 overleed nam zijn vrouw (Henrica Brand) de winkel over. In 1813 hebben haar zoon en schoonzoon de winkel overgenomen. In de winkel werkte ook een familie, zij werkten generatie op generatie inde fabriek. Dit is familie van der Leeuw. Op een gegeven kwamen de broers Kees en Dick als leiding in het bedrijf. Kees van der Leeuw wilde verder met Van Nelle, maar dan als productiebedrijf van tabak, koffie en thee en droomde van een grote fabriek.
Hij begon met zijn droom waar te maken toen hij een groot complex vond aan de Delfshavense Schie.

Het nieuwe leven

Het nieuwe leven

Het nieuwe bouwen kenmerkt zich in haar voorstellen altijd door de constructie van de hoop op een nieuw leven: dat de maatschappelijke ontwikkeling zal leiden tot een nieuw mens. Er ontstond een vergeestelijking van het uiterste materialisme. Dit betekend dat sommige mensen (vooral de mensen in de stad) de illusie hadden dat er een utopie ontstond waarin zij in harmonie leefden. Deze illusie zou voor andere mensen (uit de dorpen) ongeloofwaardig zijn.

Rotterdam

Rotterdam

Omdat ik in Rotterdam woon en studeer heb ik me geconcentreerd op Het Nieuwe Bouwen in “mijn stad”

Rotterdam kent veel bouwwerken die onder de noemer het Nieuwe bouwen vallen. Vooral in de experimentele fase (dit was voor de oorlog) zijn er prachtige meesterwerken te zien: de buurtwijk Kiefhoek, de Van Nelle Fabriek (hierover later meer in mijn verslag) en de eerste gallerijflat.

Het eigenlijke centrum van Rotterdam stond al tijdens de eerste wereldoorlog onder zware druk. Er was sterke verkrotting. De burgemeester van Rotterdam, dhr. Zimmerman, wilde af van het imago van vissersdorp. Hij wilde een wereldstad creeeren. De Coolsingel onstond, zo ook grote winkelgebieden zoals de Lijnbaan en het Bijenkorfgebouw. Mensen gingen werden koopkrachtig en zo ontstond er een goede economische groei.