dinsdag 23 januari 2007

Naar abstractie en verder

De weg naar abstractie en verder

De periode tussen 1880 en 1940 was er een van vernieuwingen. Nieuwe ideeën, nieuwe stromingen, nieuwe inzichten, een nieuwe kijk op de wereld. Binnen de beeldende kunst heeft deze periode verschrikkelijk veel veranderd, want ook naast de komst van de abstracte kunst zijn er een heleboel dingen veranderd. Denk daarbij aan het futurisme, het expressionisme, het constructivisme en ga zo maar door. Al deze stromingen zijn tot stand gekomen door mensen, kunstenaars, die anders naar de wereld en hun eigen werk zijn gaan kijken.
Het ontstaan van abstracte kunst heeft er alles mee te maken dat kunstenaars een nieuwe wereld zagen en een nieuwe waarheid zochten. De natuur was niet meer alleen de natuur, er zat meer achter de visuele schijn. Bij bijvoorbeeld het werk van Mondriaan zien we steeds terug dat hij op zoek naar rust, ritme en ordening van de dingen, die hij als het fundament der dingen beschouwd.
Niet alleen bij Mondriaan, ook bij andere kunstenaars uit die tijd werden vorm, kleur en abstractie van groot belang. Waarschijnlijk omdat men toen inzag dat er meer in de wereld te zien was dan alleen datgene wat daadwerkelijk te zien is.
Wanneer Mondriaan het heeft over het komen tot het fundament der dingen en wanneer het ontdekken van zuivere middelen, waardoor de universele harmonie, de werkelijke realiteit achter de visuele schijn duidelijk maakt voor hem van belang is, geeft hij aan te hebben ingezien dat er meer is in de wereld. Hij doorzag de oppervlakkigheid van het realisme. En in tegenstelling tot de expressionisten, die hun gevoel uitten door felle kleuren te gebruiken en de waarneming anders weer te geven dan voorheen, besloot Mondriaan op een andere manier de diepgang in zijn kunst te zoeken. In plaats van zijn emoties als leidraad te gebruiken, maakte hij gebruik van regels, die ritme, regelmaat en orde in zijn werk brachten.
Hoewel het duidelijk is waarom alle vernieuwingen in die tijd tot stand kwamen, kan er nooit echt vastgesteld worden wat alle kunstenaars in die tijd precies dachten toen ze overgingen op abstract werk. Bij Mondriaan is het duidelijk dat hij steeds meer gestileerd ging werken en ook is duidelijk dat hij meer geluk vond in zijn abstracte werk dan in het werk dat maakte aan het begin van zijn leven. Toch blijft het moeilijk een ‘waarom’ te geven aan deze ontwikkeling, omdat die meestal niet zo voor de hand liggend is: het gebeurd vaak gewoon. Wel kan met duidelijkheid gezegd worden dat de tijd waarschijnlijk een van de grootste ‘waaroms’ was. Men wilde zich afzetten tegen een heleboel en de ruimte voor vernieuwingen was meer dan aanwezig.
Het waarom is misschien niet geheel duidelijk, maar het hoe des te meer. Er is zoveel abstracte kunst gemaakt in het begin van de twintigste eeuw, maar helemaal daarna. Mondriaan en zijn abstracte tijdgenoten hebben een weg geplaveid voor zoveel kunstenaars in de twintigste eeuw. Tot op de dag van vandaag wordt er zo vreselijk veel abstracte kunst gemaakt, die uiteindelijk allemaal geïnspireerd is op het werk van ‘de voorlopers’. Wat mooi is om te bedenken, is dat abstracte kunst in die tijd niet of nauwelijks goed ontvangen werd, en tegenwoordig is het geaccepteerd en gewild. Het is een mooie gedachte dat kunstenaars als Mondriaan hun stempel zo duidelijk gedrukt hebben op de wereld zoals wij die nu kennen. Uiteindelijk is het hem echt gelukt om een universele harmonie te vinden, die internationaal, mondiaal geaccepteerd en begrepen is.

Geen opmerkingen: