dinsdag 23 januari 2007

Bauhaus

Gelijksoortige ideologie in West Europa
Een gelijksoortige manier van denken als die in het revolutionaire Rusland van de jaren ’20, die de kunsten functioneel ten dienste stelde van het volk en die een basis vormde voor de cultuur van het moderne leven, kwam ook op in bijv. Duitsland na de eerste wereldoorlog (1914-1918). Zowel in ideologische zin als op het gebied van vormgeving zijn er interessante vergelijkingen te trekken.

Bauhaus Dessau

Bauhaus

Het BAUHAUS vertegenwoordigde als geen ander de vertaling van een bepaalde ideologie (een wereldvisie waarin de ontwikkeling van de werkende klasse in een moderne, geïndustialiseerde maatschappij centraal staat) in functionele en esthetische uitgangspunten.
Achtergrond van het BAUHAUS
Het Bauhaus was in de eerste plaats een opleiding. In 1919 voegde de Duitse architect Walter Gropius twee scholen samen en noemde het de Staatliches Bauhaus in Weimar (Weimar was de stad waarin de school stond).Net als in Rusland leefde er bij velen in Duitsland de gedachte van een nieuwe wereld en revolutionaire maatschappij, die vorm gegeven kon worden door functionele ontwerpen voor een nieuwe tijd. Dus een utopische gedachte. Het Bauhaus was eigenlijk dus een hervormingsbeweging met een opvoedende kenmerken, aangepast aan een nieuwe sociale en politieke realiteit in de gemeenschap.
Net als bij de Constructivisten in Rusland – en bij De Stijl in Nederland – wilde men bij het Bauhaus eigenlijk een nieuwe vormgeving van het leven beginnen, door de elitekunst en de individualiteit te vervangen door een collectieve productie en levensstijl, gericht op het proletariaat (de werkende klasse). De nieuwe industriële ontwikkelingen speelden hierbij een heel belangrijke rol als basis waarop voortgebouwd moest worden.

Ontwerpen door O.Schlemmer

In 1925 moest het Bauhaus verhuizen naar de stad Dessau. Daar bouwden ze een nieuwe, moderne schoolcomplex volgens de principes van het Bauhaus. Na deze tijd ging het Bauhaus zich ook minder richten op het ambacht (met de hand vervaardigde objecten) en meer op de industriële vervaardiging. Ook het vakkenaanbod wordt met fotografie, typografie en reclametechnieken uitgebreid. Belangrijke kunstenaars die aan het Bauhaus les gaven waren Johannes Itten, Paul Klee, Kandinsky, Moholo-Nagy, Feininger, Joseph Albers, Marcel Breuer en Oskar Schlemmer.


In 1928 verlaat Gropius het Bauhaus en wordt opgevolgd door Hannes Meyer en even later Mies van der Rohe. In 1932 moet het Bauhaus door toedoen van de Nationaalsocialisten in de politiek weer uitwijken naar Berlijn, en in 1933 moest het Bauhaus definitief zijn deuren sluiten. Veel leraren wijken uit naar Amerika en gaan daar in andere vorm verder. Er is hier een interessante vergelijking te trekken met de Ballets Russes die ook met soortgelijke omstandigheden te maken kreeg.

Hoe droeg het Bauhaus de nieuwe ideëen uit?
Gropius combineerde in het Bauhaus plastische kunsten, ambachtelijke techniek en industrie in één opleiding. Alle ontwerpen werden gemaakt met het sociale functioneren ervan in gedachte, dus niet als individuele of decoratieve stukken voor een tentoonstelling. De ontwerpen werden zo gemaakt dat ze ook industrieel te vervaardigen waren.
Zo ontwierpen de studenten van het Bauhaus bijv. meubelstukken, gebruiksvoorwerpen en architectuur. De meubels waren multifunctioneel en efficiënt van aard, strijk van lijn en eenvoudig van vorm. Zo werden bijv. de opklapbare stoel uitgevonden en de kastjes op wielen die van twee kanten konden openen, speciaal voor de kleine arbeiderswoningen. De architectuur was heel modern, met strakke, rechte lijnen, geometrisch, blok-achtig en met gebruik van glas. De architectuur, bijv. voor arbeiderswoningen, moest een maatschappelijke impact hebben, en moest de bewoners helpen anders te gaan leven en sociaal en persoonlijk beter te worden.

kostuum ontwerpen voor het Triadisch ballet door Schlemmer
Nog een goed voorbeeld van de vroeg 20e eeuwse ideologie van kunst en de moderne samenleving is de Duitse kunstenaar Oskar Schlemmer. Schlemmer, die eerder door Picaso en Derain onder kubistische invloed stond, werd in 1920 in het Bauhaus aangesteld als docent beeldhouwen en toneelbeeld.
Schlemmer maakte op theater gebied een driedeling in: Mens in de ruimte, bewegend licht en architectuur. Schlemmer was zeer geïnteresseerd in het samengaan van de mens (de menselijke maatstaf) en geometrische vormen (de moderne industrialisatie). Zijn schilderijen waren vrij abstract, maar niet zonder de aanwezigheid van de mens en de menselijke proporties.
Dit pastte hij heel effectief toe in een door hem gemaakte balletproductie Triadisch Ballet (1920) die hij ook in het Bauhaus liet opvoeren en die hem internationale bekendheid zou geven.
Het Triadisch Ballet was zo genoemd omdat het ging over het samensmelten van de drie aspecten (dans, kostuum, en muziek), het werd door drie dansers opgevoerd en het was verdeeld in drie muzikale gedeeltes.
Zowel de kostuums als het toneelbeeld waren zeer geometrisch van opzet. Hij was niet geïnteresseerd in voorstellingstheater, maar meer in abstract theater, en dit doet denken aan de uitgangspunten van de suprematistische en later constructivistische groep rond de Russische schilder Malevitsch rond dezelfde tijd in Rusland, en in technische zin aan de Italiaanse futuristen een paar jaar eerder (1917 “Parade”)


Links:
http://nl.wikipedia.org/wiki/Bauhaus
http://studwww,ugent.be/~svrstaen/geschiedenis.html
www.kunstbus.nl/verklaringen/bauhaus.html
Oskar Schlemmer
www.getty.edu/art/gettyguide/artObjectdetails
www.artnetweb.com/abstractio/dance.html

Geen opmerkingen: