maandag 22 januari 2007

Architectuur, Vorm en Functionaliteit

Architectuur

Architectuur is de kunst en de wetenschap van het ontwerpen van een gebouwde omgeving. Dit is inclusief landschappen, interieur, steden en gebouwen.
Architectuur kan worden beschreven als eenn balans tussen 3 elementen:
- Schoonheid
- Stevigheid
- Bruikbaarheid

De periode van 1915 tot 1960 wordt ook wel het Nieuwe Bouwen genoemd.
De moderne architectuur ontwikkeld zich het meeste in Nederland, Duitsland en Frankrijk
Omdat deze stroming in de industriele revolutie tot stand is gekomen vonden architecten dat gebouwen een samenhang van kunst en techniek moesten uitstralen.
De architecten vonden dat de mensen in de maatschappij meer licht in hun huizen moesten hebben, het liefst rechtstreeks zonlicht, zodat mensen meer communicatie hadden met de natuur. Er werden stoepen aangelegd, parken en binnentuinen.

Kenmerken van het Nieuwe Bouwen:
- Transparantie - Ruimte, licht en lucht; er werd gebouwd met moderne materialen en
constructiemogelijkheden
- Functionaliteit - De architect werkt naast het uiterlijk van het gebouw ook aan constructies
van de samenstellende onderdelen
- Symmetrie en herhaling - Evenwichtige verhouding van ongelijke delen
- Kleurgebruik - Er worden geen versieringen of ornamenten gebruikt; juist de organische
materie moet opvallen
- Functiescheidingen - Bij het Nieuwe Bouwen worden werk, wonen, recreatie en verkeer sterk
gescheiden

Geen opmerkingen: