maandag 15 januari 2007

Futurisme, De ondertekenaars van Maniretti's eerste Manifest

De ondertekenaars van Maniretti's eerste Manifest

Giamo Balla

Balla werkte overwegend divisionistisch. Het divisionisme werd door Georges Seurat als eerste gebruikt. Bij het divisionisme ook wel pointillisme of neo-impressionisme genoemd werden fijne stipjes naast elkaar gezet die zich vanaf een afstand met elkaar vermengden. Het divisionisme was gebaseerd op wetenschappelijke inzichten, en daardoor voor de futuristen erg aantrekkelijk. In 1909 schilderde Balla zijn eerste futuristisch onderwerp, namelijk elektrisch licht. Balla schilderde een fel stralende gloeilamp, waarachter het maanlicht verbleekt. Balla ging in zijn enthousiasme zo ver dat hij zijn werk exposeerde in een gloeilampenfabriek en zijn dochtertjes Elica en Luce (Schroef en Licht) noemde. In 1911 maakte hijzijn eerste werk over beweging, waarbij een hondje wel twintig pootjes leek te hebben. Balla gaf de beweging gelijktijdig in haar diverse fasen weer.

Carlo Carra

Aanvankelijk was Carlo Carra vrij chaotisch in zijn doeken. Hij probeert spanning en verwarring vast te leggen. De thema’s die Balla en Carra kozen waren bijna onmogelijk om vast te leggen op doek. Ze wilden thema’s behandelen die hen voor een uitdaging stelden en nooit eerder geschilderd waren. Zo produceerden de futuristen in hun overmoed een reeks uiters merkwaardige doeken, die men misschien ten dele als mislukkingen kan beschouwen, maar daarom niet minder boeiend zijn.

Bij het uitbreken van de Eerste wereldoorlog maakte Carra nog een futuristische collage, getiteld “Interventie-demostratie” Hierin wordt een soort megafoon effect gesuggereerd waaruit kreten als “leve de koning” en “leve het leger” opstijgen.

Gino Severini


Gino Severini sloot zich ook aan bij de groep Italiaanse futuristen en behoorde ook tot de ondertekenaars van het opzienbarende manifest van de futuristen in 1910. Van de futuristen was Severini de levendigste colorist en zijn heldere, harmonische en ook poëtische palet maakte dan ook in beslissende mate de betekenis van zijn oeuvre uit. Hij roept op het dynamische in zuivere vormen voor te stellen en hiervoor niet langer de figuratie te gebruiken bijvoorbeeld in Danseuse + mer van 1913.

Umberto Boccioni

Umberto Boccioni is veruit de bekendste en meest vernieuwende figuur van het futurisme. In zijn vroege schilderijen zitten nogal wat sociale accenten: arbeiders, fabriekswijken en zo meer. Zijn eerste futuristische doek is “De rel in de Galleria” uit 1910. Net als bij Balla is de techniek overwegend divisionistisch. Soms heerst er in zijn werk een kubistische inslag. Vanaf 1922 ging hij zich met de beeldhouwkunst bezig houden. Geïnspireerd door Medardo Rosso probeerde Boccioni het beeld te integreren in de ruimte. Van zijn eerste beeldhouwwerken kennen we alleen nog foto’s. Maar zijn drie hoofdwerken die bewaard zijn gebleven zijn even merkwaardig als vernieuwend.

- de ontwikkeling van een fles in de ruimte
- unieke vormen van continuïteit in de ruimte
- dynamisme van een paard in galop + huizen (beschilderd hout, karton, ijzer, koper uit 1915) is een assemblage, gemonteerd op een houten stok. Het is Boccioni’s meest vernieuwende werkwijze.

Luigi Russolo

Russolo raakte bevriend met Boccioni en werd futurist. Hij kwam uit een muzikale familie en na enkele mislukte pogingen tot schilderen schreef hij in 1913 een manifest over de futuristische muziek. Daarin stelde hij dat muziek niet alleen van muziekinstrumenten moet komen, maar dat ook ongecontroleerde klanken en geluiden een muzikale betekenis kunnen hebben. Dit was toen een volstrekt nieuwe bewering.

Russolo noemde het ‘bruïtisme’ en begon samen met zijn medewerker Ugo Patti zijn beroemde intonarumori te bouwen. Dit waren rechthoekige houten bakken van verschillende grootte, elk met een grote toeter en een zwengel als voor een sirene. Met een schuifregelaar kon hij de toonhoogte variëren. In 1914 gaf hij in Milaan zijn eerste concert met 18 intonarumori. Het publiek reageerde verontwaardigd op het enorme lawaai, er ontstond een rel en de politie moest er tussen komen.

In 1923 stapte hij over op de bouw van het lawaai-orgol, dat hij rumorarmonio noemde. Het was bedoeld de muzikale begeleiding van stomme films ruimere mogelijkheden te geven. Het gebrek aan belangstelling voor zijn werk ontmoedigde hem meer en meer, en na een laatste concert in 1929 hield hij er voorgoed mee op.

De futuristische beweging duurde van 1909 tot 1914. Toen in april 1915 de Eerste Wereldoorlog uitbrak viel de beweging uiteen.

Geen opmerkingen: